Coleta Vandendycke werd als ze gevonden langs de Stratendijk bij het Crampebusch en later woont ze bij de Gavermeerschen.
Clette is een 'teilematooie', wat betekent dat ze een belachelijk opgetooide vrouw is met een gegoten 'zeemtote'. In haar 'baalschorte' heeft ze altijd een flesje toverdrank, een afkooksel van 'rode smerte' en 'siljadoone'. Op haar rug draagt ze een gevlochten mand om 'overschotten' en broodkruimels in op te bergen voor de 'keuns' die ze kweekt. Dit zijn niet zomaar konijnen, maar konijnen met drie oren.
Wanneer zwangere vrouwen Clette zien aankomen, haasten ze zich om een handvol zout en een paasnagel aan de deur te leggen. Dit gebruik houdt het kwaad tegen. Clette staat er dan bij 'als een puid op een stok gestekt' en kan niet anders dan, met een paar verwensingen, vertrekken.