Catharina Belettere is de dochter van Pieter Belettere, een paardensmid uit de 'betoverde smesse'. Calle wordt beschreven als een reuzenheks, een dulle heks, een vliegende heks en een fors meubel. Bovendien is ze de nicht van Sefa Bubbels.
De smidse van Pieter bevindt zich in de huidige Wervikstraat. Calle haalt haar toverkunsten uit een groot perkamenten toverboek en richt zich vooral op de paarden die in de smederij worden beslagen. Terwijl ze over de rug van het paard wrijft, prevelt ze formules uit het toverboek, waarmee ze de paarden direct weet te betoveren. Door deze betovering is het vrijwel zeker dat de voermannen tijdens hun reizen problemen ondervinden met de paarden.
Dit zorgt ervoor dat Pieter geen werk meer heeft en zijn smidse de naam 'betoverde smesse' krijgt. De baljuw van de parochie probeert meerdere keren het boek in handen te krijgen, maar zonder succes. Wanneer Calle in 1747 haar einde voelt naderen, gooit ze het boek in het smessevuur.