Tanneke, een toveresse aan het Slangenmeersch, een moeras gelegen in het gehucht ‘t Vergif. Dit gebied stond bekend als de ontmoetingsplek voor heksen, waar ze samenkwamen om te dansen en te zingen. Verhalen gingen rond dat Tanneken 's nachts werd gehoord terwijl ze zong en danste op de 'kappe van de scheure'.
Rondom haar huis heerste een sfeer van mysterie. Kinderen ontdekten 'teenbijters' in hun beddengoed en vonden 'oorkruipers' in babywiegen. Buren klaagden dat hun boter niet meer wilde karnen en leden aan vreselijke nachtmerries. Mensen begonnen op te merken dat Tanneken vrijelijk door haar huis bewoog, haar stoel rond de haard schoof zonder zorg.
Op een dag viel een doosje met slangenzalf uit haar schort en opende zich op de grond. Niet lang daarna zag een arbeider bij maanlicht een grote slang kruipen. Het bewijs leek duidelijk: Tanneken had contact met de duivel en kon zichzelf in een slang veranderen! Uiteindelijk stierf ze zelf aan een giftige slangenbeet.